Waar, o waar?
O, wat kreeg Sint nu te horen?
Jij was laatst je ring verloren!
Iedereen zocht met je mee.
Waar is ‘ie gebleven? Geen idee.
Lag hij binnen of lag hij buiten?
Ach, je huilde tranen met tuiten!
Aan die ring was je zo gehecht.
Gelukkig kwam hij weer terecht!
Sint geeft je dus geen nieuwe ring.
Maar wel een ander aardig ding.
Of:
Aan die ring was je zo gehecht.
Hopelijk komt hij ooit terecht.
Als troost geeft Sint je een mooi ding.
Jammer genoeg is het niet jouw ring.