Geef hier!
Sint verveelde zich de hele dag dood.
Hij had niets te doen, onderweg op de boot.
Toen haalde hij een bol wol uit de kast
En dacht: “Ziezo, ik begin alvast.”
Met dikke pennen ging hij aan de slag
en breide een das in slechts één dag.
Bij aankomst in ‘t koude Nederland
hield hij de das steeds bij de hand.
Als hij het koud kreeg, deed hij hem om.
Tja, die Sint is lang niet dom!
Maar ja, die das is bedoeld voor jou!
Kom op, Sint, doe nu niet zo flauw.
Geef hier, die das! Jij ouwe gek!
Hij hoort om …(vul naam in) zijn/haar nek.