Over!
Hallo? Hallo? Kan je mij verstaan?
Je staat een heel stuk bij mij vandaan.
Maar toch hoor je mij heel dichtbij.
Je weet precies wat ik daarnet zei.
Toch praten we niet door de telefoon,
want dat vinden we te gewoon!
Door de walkie talkie zeg je “over”.
Het lijkt bijna op getover.
We doen of we agenten zijn.
Of bewakers op een sportterrein.
Je kunt er van alles mee spelen.
Voorlopig zul je je niet vervelen!