Jij staat in het Grote Boek
Sint ging in zijn Grote Boek
naar jouw mooie naam op zoek.
Wie zag hij staan op bladzij 6?
Dat waren Emma, Daan en Tess.
Hij zag ook Lucas, Bram en Lisa (of Isa).
En toen zag hij jóuw naam: Isa (of Lisa).
Nu zal je misschien wel weten
Dat er meer meisjes Isa heten.
Toch wist Sint zeker: dat ben jij,
want er stonden aardige dingen bij.
Isa is handig, Isa is leuk.
Met Isa lach je je een breuk.
Isa is lief en nooit gemeen.
Isa helpt altijd iedereen.
Nou Isa, dat is supergoed!
Jij krijgt cadeaus in overvloed.