Klassiek?
De Sint ziet ze regelmatig lopen
in van die lange regenjassen.
Dan zijn ze ’t spul wezen kopen,
Drop-outs, kortom, zonder klasse.
De paria’s, de outcasts van de maatschappij.
Zij die geen hiphop draaien met “arrenbie” erbij.
Die onbegrijpelijk Duits of Italiaanse taal als bron
prefereren boven onbegrijpelijk inner-city-jargon.
Die de glans van koperblazers en de juwelen op de bals
mooier vinden dan bling-bling om een muzikantenhals.
Al vóór ‘le sacre’ staat er een dikke streep in ’t zand:
daarvóór is mooi, klassiek, daarná liep ’t volledig uit de hand.
Sint misgunt liefhebbers van klassieke muziek hun genoegens niet,
maar wenst ze een ‘open oor’ voor wat cultuur nog verder biedt.
Mozart, Beethoven, Schubert, Bach, zeg maar de harde kern,
voor wie zo oud als Sint is, zijn óók zij allemáál modern.
Het is volgens Sint dat Bruckner, Louis Andriesen, Irving Berlin of Sting niet uitmaakt:
zolang je maar muziek zoekt en vindt, die j’als mens diep in je hart raakt.
De Sint, bijvoorbeeld, gaat nog steeds helemaal los
van Bach’s menuet in G, vanwege het Eftelingsprookjesbos.
Het is, zo vindt Sint, met muziek, net als met wijn:
Gegeven een goed gezelschap smaakt zelfs Sangria nog fijn.
Sint heeft voor jou dan ook lang met een Frans Bauer-CD in zijn handen gestaan.
Mogelijk is uiteindelijk de voorkeur tóch naar een ander genre uitgegaan.
(Met dank aan Theo, de hulp Rijmpiet)