Alwéér kapot
Balen, zeg! Wat is dat rot.
Je oplader is weer kapot.
‘t Is om uit je vel te springen.
Wat is dat toch met die dingen?
Smijt je ze soms door de kamer?
Sla je erop met een hamer?
Ik denk toch niet dat ze spontaan
zomaar, plotseling stuk gaan.
Zeg eens op, wie is de dader?
Wie heeft iets gedaan met die lader?
Nou ja, niet langer meer getreurd.
Wat gebeurd is, is gebeurd.
Sint twijfelt nu toch wel even
of hij jou een nieuwe gaat geven.
Hij loopt liever geen risico,
daarom krijg je een ander cadeau.
(Of: hij neemt hiermee een risico.
Toch krijg je een nieuwe van hem cadeau.)