Ik had jou!
Ik trok een lootje en viel haast flauw.
Weet je wie ik had? Ik had jou!
Wat moet ik daar nou mee beginnen?
Geen rijm of surprise schiet me te binnen.
Wanhopig begon ik een potje te huilen
Misschien wilde iemand met me ruilen.
Ik probeerde . . . (vul naam in) om te kopen.
Maar die stond er niet voor open.
Ook . . . (vul naam in) moest er niks van weten.
Ik speelde vals, werd mij verweten!
Toen heb ik me stilletjes terug getrokken.
De hele dag zat ik te mokken.
Maar toen zag ik opeens het licht.
Ik schreef in één keer dit gedicht.
Er hoort zelfs een cadeautje bij.
Ben je nu niet blij met mij?