Storten maar!
Kiepwagentje, wat heb je bij je?
En waar ga je naartoe rijen?
Heb je stenen of heb je puin?
Heb je aarde voor in de tuin?
Misschien heb je snoepjes, dat is fijn.
Stort ze maar uit over het plein.
De bak kiept achterover: hop!
En dan haal je weer een nieuw vrachtje op.
Kiepwagentje, wat heb je het druk!
Maar je bent sterk en gaat niet stuk.
Aan het eind van de dag is alles gestort.
Sint denkt dat jij later chauffeur op een kiepwagen wordt.