De rijmpiet heeft meerdere sinterklaas gedichten geschreven voor een sjaal. Hier volgen de gedichtjes:
Voor een zijden sjaal / damessjaal
Als Sint jou voorbij ziet lopen
houdt hij zijn ogen wijd open!
Want hij is helemaal weg van jou.
Hij vindt je een knappe vrouw.
Misschien denk je een ogenblik:
Hè, getsie! Die ouwe viezerik!
Maar het is als compliment bedoeld.
Sint hoopt dat je dat aan voelt!
Zoals je eruit ziet en hoe je je kleedt,
daar is veel aandacht aan besteed.
Sint kocht iets wat daar mooi bij past.
Hopelijk ben je blij verrast!
Met deze mooie, zijden sjaal
is je nek voortaan niet kaal!
Copyright © 2010 www.de-rijmpiet.nl
Voor een warme sjaal
De temperatuur is boven normaal.
Toch is het buiten guur en schraal.
Sint zag je rillen, menig maal.
Je gestel is niet van staal!
Als je zit in een tochtige zaal
of wacht in een winderig portaal
voelt je nek soms koud en kaal.
Straks krijg je een nare kwaal
en moet je naar het hospitaal!
Dan lig je daar horizontaal.
Dat lijkt me toch niet ideaal!
Wat is uiteindelijk de moraal
van dit lange rijmverhaal?
Sint is dit jaar amicaal.
Zijn bui is uitzonderlijk royaal.
Dus kocht hij voor jou speciaal
deze mooie, warme sjaal.
Je loopt er vast niet mee voor paal!
Copyright © 2008 www.de-rijmpiet.nl
Voor een das
Wat heb je aan een Delftsblauwe vaas?
Of een plankje voor 't serveren van kaas?
Wat moet je met een lepelrek?
Voor een hometrainer heb je niet eens plek.
Een fluffybal, wat moet je ermee?
Een fles likeur spoel je zó door de w.c.
Een zingende kerstman? Doe me een lol!
En met cd's staat je huis helemaal vol.
Het is altijd lastig iets te verzinnen.
Opeens schoot me iets nuttigs te binnen:
een warme das tegen de kou
die kocht ik dus voor jou!
Copyright © 2008 www.de-rijmpiet.nl
Voor een gebreide das
Sint verveelde zich de hele dag dood.
Hij had niets te doen, onderweg op de boot.
Toen haalde hij een bol wol uit de kast
En dacht: "Ziezo, ik begin alvast."
Met dikke pennen ging hij aan de slag
en breide een das in slechts één dag.
Bij aankomst in 't koude Nederland
hield hij de das steeds bij de hand.
Als hij het koud kreeg, deed hij hem om.
Tja, die Sint is lang niet dom!
Maar ja, die das is bedoeld voor jou!
Kom op, Sint, doe nu niet zo flauw.
Geef hier, die das! Jij ouwe gek!
Hij hoort om …(vul naam in) zijn/haar nek.