Sint heeft je tuk
In deze tijd vol zoetigheid
word je een beetje flauwtjes.
Dan krijg je trek in hartigheid.
Voornamelijk in zoutjes.
Sint zag, bij een bezoekje,
een geel pakje in je hand.
Je at een zoutig koekje.
Dat vond Sint zeer frappant!
Nu heeft Sint je lekker tuk!
Geen groot cadeau dit jaar.
Je krijgt, (wat een geluk!)
een pakje Tuc en daarmee klaar!