Onmisbaar
Tja, wat moet ik jou eens geven?
Wat ontbreekt er in je leven?
Je bent voor mij een moeilijk geval,
want bijna alles heb je al!
Jouw huisinrichting is compleet.
Je hebt planten bij de vleet.
In de keuken staat een pannenset.
Je hebt genoeg kussens op je bed.
In een winkel, tussen allerlei dingen,
kocht ik iets waar jij om zit te springen!
Ja, ik denk dat ik hoog scoor
met deze onmisbare appelboor!