Zonder afschuwelijke tattoos
Sint heeft het, bij tijd en wijle, met een ‘kritische tijdgeest’ flink te stellen.
Een Sint doet het niet gauw goed, kan ik je wel vertellen.
En zijn, letterlijk eeuwige, metgezel en vriend, die beste Piet
heeft al héél wat te stellen gehad met Nederland, tot Sint’s verdriet.
In the sixties waren ‘de gard’’, oftewel roe, en ‘mee-terug-in-de-zak’ de kop van jut,
in the seventies lag de exclusieve mannelijkheid van het Pietencorps onder zwaar geschut.
Met de moslims en de Turkse couppoging vroeg Sint om kracht en zegen
(zijn bisdom, Myra is namelijk in ’t huidige Turkije gelegen).
Sinds jaren ligt Pietenhuid, hoewel qua kleur met geen bevolkingsgroep te vergelijken,
onder een vergrootglas. Maar er zal ongetwijfeld ook nu weer eens blijken:
gedoe om niks, kleur maakt niet uit. En al maakt een groene Piet sommigen mogelijk blij,
Sint ziet zo gauw niet wat het verandert aan onze geschiedenis, inclusief slavernij.
Er is maar één soort tegenstand die Sint beklemt, verkilt door merg en been,
en dat is de stroom aan dieetgoeroes, elk jaar komt er wel weer een.
Had ‘good old’ Montignac tenminste nog een zwak voor, weliswaar te dure, chocolade
Bij moderne zweefkauwers moet je alle suikergoed, en wel voorgoed, versmaden.
Sint weet ook wel: veel lekkernijen eet je juist in de winter op.
Daarbij is dat nu juist voor veel sporters, de tijd ook van de winterstop.
En zitten de reserves in de zomer keurig op hun bankje langs het veld,
in december komen reserves op onderkinnen en op de heupen toegesneld.
Een sportief cadeau, voor een sportieve meid, dat nog nèt door de schoorsteen past
(het pákje natuurlijk! Niet de dame) en waarmee je haar positief verrast.
In het gedicht geen flauwe grappen over korrels van autobanden schrijven
en met je tengels natuurlijk sportief van je tegenstanders afblijven.
En, tegenover de Johan Derksens en hun vrouwonvriendelijke sneren
verklaart Sint, klip en klaar, vrouwenvoetbal als kijksport te prefereren.
En dat dan duidelijk weer níet vanwege hun ehh… ‘opbollende bloes’,
Maar vanwege ’t doorgaans ontbreken van al te afschuwelijke tattoos!
(Met dank Theo, de Hulprijmpiet)