Huisje, boompje, kindje
Omdat Sint je heel goed kent,
weet hij dat je (eindelijk!) gesetteld bent.
Een lieve partner heb je gevonden.
Jullie zijn zelfs in de echt verbonden.
(Of: je voelt je met hem/haar verbonden.)
Wilde nachten zijn verleden tijd.
Je laat ze achter je, zonder spijt.
Huisje, boompje, beestje is nu je doel.
Sint krijgt opeens een voorgevoel.
Ziet hij jullie straks met z’n drieën
met een baby’tje op je knieën?
Wie weet gebeurt dat al volgend jaar!
Sint maakt alvast een cadeautje klaar.